Vertaling van hver
Inhoud:
Deens
Nederlands
al, hver {onb. vnw.}
elk
ieder
iedereen
al
elkeen
iegelijk
ieder
iedereen
al
elkeen
iegelijk
Voorbeelden in zinsverband
Deens
Nederlands
De modtog hver en gave.
Ze hebben elk een geschenk ontvangen.
Han går derhen hver dag.
Hij gaat daar elke dag naartoe.
Hun spiller tennis hver dag.
Iedere dag speelt ze tennis.
Dette er ordbogen jeg bruger hver dag.
Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.
Jeg går på arbejde hver dag.
Ik ga iedere dag naar het werk.
Jeg går på indkøb hver morgen.
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Lytter du til radioen hjemme hver dag?
Luister jij thuis dagelijks naar de radio?