Vertaling van imod

Inhoud:

Deens
Nederlands
imod {vz.}
jegens 
met 
tegen 
tegenaan 
tegenover 
versus


Voorbeelden in zinsverband

Deens
Nederlands

Hvorfor tog du ikke imod hans tilbud?

Waarom wees je zijn aanbod af?

Er I for eller imod forslaget?

Ben je vóór of tegen het voorstel?