Vertaling van mor
Inhoud:
Deens
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Deens
Nederlands
Er din mor hjemme?
Is je moeder thuis?
Jeg elsker min mor.
Ik hou van mijn moeder.
Min mor er smuk.
Mijn moeder is mooi.
Min mor er altid optaget.
Mijn moeder is altijd bezig.
"Hvem er det?" "Det er din mor."
"Wie is het?" "Het is je moeder."
Mor bemærkede at mine fødder ikke var rene.
Mijn moeder bemerkte dat mijn voeten niet proper waren.