Vertaling van søster

Inhoud:

Deens
Nederlands
søster {zn.}
zus  [v]
zuster  [v]
Hans søster ser ung ud.
Zijn zus ziet er jong uit.
Hendes søster ser ung ud.
Haar zus ziet er jong uit.


Voorbeelden in zinsverband

Deens
Nederlands

Hans søster ser ung ud.

Zijn zus ziet er jong uit.

Hendes søster ser ung ud.

Haar zus ziet er jong uit.

Jeg kan lide hunde og min søster kan lide katte.

Ik hou van honden en mijn zus houdt van katten.