Vertaling van sit

Inhoud:

Deens
Nederlands
sin, sit {bez. vnw.}
haar 
hun 
zijn 
heur
z'n
'r
d'r


Voorbeelden in zinsverband

Deens
Nederlands

Tom skrev sit navn på tavlen.

Tom schreef zijn naam op het bord.

Når man begynder at ligne sit pasbillede, burde man tage på ferie.

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.


Gerelateerd aan sit

sin