Vertaling van tom
Voorbeelden in zinsverband
Tom gisper.
Tom hijgt.
Tom besvimede.
Tom doleerde.
Hun elsker Tom.
Ze houdt van Tom.
Tom er min ven.
Tom is mijn vriend.
Tom er ikke her.
Tom is niet hier.
Tom er en muselmand.
Tom is moslim.
Hun elsker Tom, ikke mig.
Ze houdt van Tom, niet van mij.
Tom kan endnu ikke svømme.
Tom kan nog niet zwemmen.
Tom er et godt menneske.
Tom is een goede vent.
Tom sidder fast i fortiden.
Tom zit vast in het verleden.
Tom havde intet at læse.
Tom had niks om te lezen.
Tom er ældre end mig.
Tom is ouder dan ik.
Tom kunne aldrig glemme krigens rædsler.
Tom kon nooit de verschrikking van de oorlog vergeten.
Tom og Mary udvekslede telefonnumre ved selskabet.
Tom en Mary wisselden op het feestje hun nummer uit.
Tom skrev sit navn på tavlen.
Tom schreef zijn naam op het bord.