Vertaling van tæt

Inhoud:

Deens
Nederlands
tæt {bn.}
dicht
dik
gebonden
smal, tæt {bn.}
bekrompen 
eng 
krap
nauw 
smal


Voorbeelden in zinsverband

Deens
Nederlands

Hun er tæt på de tres.

Ze is bijna zestig.

Jeg foretrækker et hotel tæt på lufthavnen.

Ik heb liever een hotel bij de luchthaven.


Gerelateerd aan tæt

smal