Vertaling van befestigt

Inhoud:

Duits
Spaans
fest, befestigt, haltbar, wiederstandsfähig, dauerhaft, robust, kernig {bn.}
robusto
resistente
zementieren, auszementieren, befestigen, schmieden {ww.}
cementar

er/sie/es befestigt
ihr befestigt

él/ella cementa
vosotros cementáis
» meer vervoegingen van cementar

befestigen, festsetzen, fixieren, festmachen, anbringen, festbinden, anstecken, aufstecken, aufspannen, einspannen, festspannen, verankern, bestimmen, regeln, formulieren, aufstellen, abstecken {ww.}
fijar

er/sie/es befestigt
ihr befestigt

él/ella fija
vosotros fijáis
» meer vervoegingen van fijar

befestigen, fest anmachen, bekräftigen, stärken, festigen, bestärken {ww.}
sujetar
asegurar

er/sie/es befestigt
ihr befestigt

él/ella sujeta
vosotros sujetáis
» meer vervoegingen van sujetar