Vertaling van plagen
Inhoud:
Duits
Spaans
plagen {ww.}
afligir
wir plagen
sie plagen
nosotros afligimos
ellos/ellas afligen
» meer vervoegingen van afligir
plagen {zn.}
afligir
umgehen, spuken, heimsuchen, verfolgen, plagen, quälen, umgehen in, spuken in {ww.}
importunar
wir plagen
sie plagen
nosotros importunamos
ellos/ellas importunan
» meer vervoegingen van importunar