Vertaling van spannen
Inhoud:
Duits
Spaans
spannen, anspannen, vorspannen {ww.}
uncir
wir spannen
sie spannen
nosotros uncimos
ellos/ellas uncen
» meer vervoegingen van uncir
aufziehen, spannen, anspannen, ausspannen, straffen, anziehen {ww.}
amartillar
tensar
dar cuerda
atirantar
tensar
dar cuerda
atirantar
wir spannen
sie spannen
nosotros amartillamos
ellos/ellas amartillan
» meer vervoegingen van amartillar
spinnen {ww.}
hilar
wir spannen
sie spannen
wir spännen
nosotros hilamos
ellos/ellas hilaron
nosotros hiláramos
» meer vervoegingen van hilar