Vertaling van vereinigen

Inhoud:

Duits
Spaans
fügen, gesellen, vereinigen {ww.}
unir
juntar

wir vereinigen
sie vereinigen

nosotros unimos
ellos/ellas unen
» meer vervoegingen van unir

einigen, vereinigen {ww.}
unir
reunir

wir vereinigen
sie vereinigen

nosotros unimos
ellos/ellas unen
» meer vervoegingen van unir



Voorbeelden in zinsverband

Duits
Spaans

Er versuchte, die verschiedenen Gruppen zu vereinigen.

Él intentó unificar los distintos grupos.

Wir müssen uns vereinigen um den Feind zu schlagen.

Debemos unirnos para derrotar al enemigo.


Gerelateerd aan vereinigen

fügen - gesellen - einigen