Vertaling van vorschreiben

Inhoud:

Duits
Spaans
auferlegen, diktieren, vorsagen, zuerkennen, ansagen, vorschreiben, aufzwingen {ww.}
imponer
dictar

ich werde vorschreiben
du wirst vorschreiben
er/sie/es wird vorschreiben

yo impondré
impondrás
él/ella impondrá
» meer vervoegingen van imponer

anordnen, befehlen, gebieten, verordnen, vorschreiben {ww.}
ordenar
mandar

ich werde vorschreiben
du wirst vorschreiben
er/sie/es wird vorschreiben

yo ordenaré
ordenarás
él/ella ordenará
» meer vervoegingen van ordenar



Gerelateerd aan vorschreiben

auferlegen - diktieren - vorsagen - zuerkennen - ansagen - aufzwingen - anordnen - befehlen - gebieten - verordnen