Vertaling van zieren
Inhoud:
Duits
Spaans
besetzen, einfassen, garnieren, verzieren, ausstatten, versehen, schmücken, ausschmücken, zieren {ww.}
guarnecer
wir zieren
sie zieren
nosotros guarnecemos
ellos/ellas guarnecen
» meer vervoegingen van guarnecer