Vertaling van Fix-

Inhoud:

Duits
Frans
fest, fix, feststehend, unbeweglich, stier, starr, Befestigungs-, Fixier-, Fix- {bn.}
fixe 
anstellig, behende, fix, geschickt, geübt, gewandt {bn.}
adroit 
habile 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Frans

Ich bin fix und fertig.

Je suis complètement vanné.

Als er nach Hause kam, war er fix und fertig.

Il était épuisé quand il est rentré chez lui.


Gerelateerd aan Fix-

synoniemen

fest - fix - feststehend - unbeweglich - stier - starr - Befestigungs- - Fixier- - anstellig - behende - geschickt - geübt - gewandt