Vertaling van aufprallen

Inhoud:

Duits
Frans
aufprallen, abprallen  {ww.}
rebondir

ich werde aufprallen
du wirst aufprallen
er/sie/es wird aufprallen

je rebondirai
tu rebondiras
il/elle rebondira
» meer vervoegingen van rebondir



Gerelateerd aan aufprallen

abprallen