Vertaling van jammern

Inhoud:

Duits
Frans
jammern, lamentieren {ww.}
se lamenter 
ächzen, jammern, seufzen, stöhnen, wehklagen, wimmern, klagen {ww.}
gémir 

wir jammern
sie jammern

nous gémissons
ils/elles gémissent
» meer vervoegingen van gémir



Gerelateerd aan jammern

lamentieren - ächzen - seufzen - stöhnen - wehklagen - wimmern - klagen