Vertaling van überragen
Inhoud:
Duits
Nederlands
dominieren, beherrschen, herrschen, vorherrschen, überragen {ww.}
domineren
overheersen
de boventoon voeren
overheersen
de boventoon voeren
bewältigen, überflügeln, übersteigen, überragen, übertreffen {ww.}
voorbijstreven
uitmunten
te boven gaan
uitblinken
overtreffen
uitmunten
te boven gaan
uitblinken
overtreffen