Vertaling van Adresse

Inhoud:

Duits
Nederlands
Adresse [v] (die ~), Anschrift [v] (die ~), Wohnungsangabe {zn.}
adres  [o] (het ~)
Schreib seine Adresse auf.
Schrijf zijn adres op.
Ich habe ihm meine Adresse gegeben.
Ik gaf hem mijn adres.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Schreib seine Adresse auf.

Schrijf zijn adres op.

Ich habe ihm meine Adresse gegeben.

Ik gaf hem mijn adres.

Ich weiß meine Adresse noch nicht, ich werde eine Zeit lang bei meinem Freund wohnen.

Ik weet mijn adres nog niet, ik ga een tijdje bij mijn vriendin wonen.


Gerelateerd aan Adresse

Anschrift - Wohnungsangabe