Vertaling van Allein-

Inhoud:

Duits
Nederlands
ausschließlich, exklusiv, vornehm, Allein-, Exklusiv- {bn.}
exclusief 
uitsluitend
allein, alleinig, bloß, einzig {bn.}
alleen 
enig 
louter
verlaten
ausschließlich, nicht eingerechnet, mit Ausnahme von, allein, lediglich, exklusiv {bw.}
exclusief 
uitsluitend
allein, bloß, erst, lediglich, nur {bw.}
alleen 
enkel 
maar 
pas 
slechts 
uitsluitend
aber, allein, sondern {vw.}
doch
maar 
echter 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich bin gerne allein.

Ik ben graag alleen.

Tom hat allein gegessen.

Tom at alleen.

Trautes Heim, Glück allein!

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

Warum seid ihr allein?

Waarom ben je alleen?

Ich fühlte mich allein.

Ik voelde me alleen.

Bist du allein hergekommen?

Zijt ge alleen naar hier gekomen?

Lass mich allein gehen.

Laat me alleen gaan.

Lass mich nicht allein!

Laat me niet alleen!

Trautes Heim, Glück allein!

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

Der alte Mann lebt allein.

De oude man leeft alleen.

Er lebt allein im Wald.

Hij leeft alleen in de bossen.

Ein Unglück kommt selten allein.

Een ongeluk komt zelden alleen.

Ein Unglück kommt selten allein.

Een ongeluk komt zelden alleen.

Der alte Mann lebt allein.

De oude man leeft alleen.

Ein Unglück kommt selten allein.

Een ongeluk komt zelden alleen.