Vertaling van Amerika

Inhoud:

Duits
Nederlands
Amerika {eigenn.}
Amerika  [o]


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich fliege nach Amerika.

Ik ga met het vliegtuig naar Amerika.

Wer hat Amerika entdeckt?

Wie heeft Amerika ontdekt?

Ich wurde in Amerika geboren.

Ik ben in Amerika geboren.

Er möchte nach Amerika gehen.

Hij wil naar Amerika.

Japan hat weniger Einwohner als Amerika.

Japan heeft minder inwoners dan Amerika.

Er machte eine Reise nach Amerika.

Hij ging op reis naar Amerika.

Sie war letzten Monat in Amerika.

Ze was afgelopen maand in Amerika.

Sein Wunsch ist, nach Amerika zu gehen.

Hij wil naar Amerika gaan.

Können wir Amerika eine Absage erteilen?

Kunnen we "nee" zeggen tegen Amerika?

Ich komme aus Amerika

Ik kom uit de Verenigde Staten

Ich lebe in Amerika

Ik woon in de Verenigde Staten

Die Hauptstadt der Vereinigten Staaten von Amerika ist Washington.

De hoofdstad van de Verenigde Staten is Washington.

Es ist zehn Jahre her, dass er in Amerika war.

Het is tien jaar geleden, toen hij in Amerika was.

Er ging nach Amerika, um Medizin zu studieren.

Hij ging naar Amerika om medicijnen te studeren.

Was ist die Hauptstadt der Vereinigten Staaten von Amerika?

Wat is de hoofdstad van de Verenigde Staten van Amerika?