Vertaling van Anruf

Inhoud:

Duits
Nederlands
Anruf [m] (der ~), Zuruf [m] (der ~) {zn.}
oproep
votum
oproeping [v]


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Danke für den Anruf.

Bedankt voor het bellen.

Tom bekam einen Anruf vom Krankenhaus.

Tom kreeg een telefoontje van het ziekenhuis.

Ich warte auf einen sehr wichtigen Anruf.

Ik wacht op een zeer belangrijk telefoontje.


Gerelateerd aan Anruf

Zuruf