Vertaling van Ansammeln
accumuleren
ophopen
opsparen
ich werde ansammeln
du wirst ansammeln
er/sie/es wird ansammeln
ik zal opeenhopen
jij zult opeenhopen
hij/zij/het zal opeenhopen
» meer vervoegingen van opeenhopen
opeenhopen
vergaderen
accumuleren
vergaren
paren
samenbrengen
verenigen
rapen
bijeenkrijgen
bijeengaren
bijeenbrengen
verzamelen
ich werde ansammeln
du wirst ansammeln
er/sie/es wird ansammeln
ik zal ophopen
jij zult ophopen
hij/zij/het zal ophopen
» meer vervoegingen van ophopen
ophopen
potten
accumuleren
oppotten
ich werde ansammeln
du wirst ansammeln
er/sie/es wird ansammeln
ik zal opeenhopen
jij zult opeenhopen
hij/zij/het zal opeenhopen
» meer vervoegingen van opeenhopen
accumuleren
ophopen
opsparen
ich werde ansammeln
du wirst ansammeln
er/sie/es wird ansammeln
ik zal opeenhopen
jij zult opeenhopen
hij/zij/het zal opeenhopen
» meer vervoegingen van opeenhopen
opeenstapelen
opstapelen
stapelen
ophopen
opeenhopen
ich werde ansammeln
du wirst ansammeln
er/sie/es wird ansammeln
ik zal tassen
jij zult tassen
hij/zij/het zal tassen
» meer vervoegingen van tassen