Vertaling van Arm-
Inhoud:
Duits
Nederlands
Arm- {bn.}
arm-
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Mein Arm schmerzt sehr.
Mijn arm doet vreselijk pijn.
Arm sein ist keine Schande.
Arm zijn is geen schande.
Mein linker Arm ist eingeschlafen.
Mijn linkerarm slaapt.
Lassen Sie meinen Arm los!
Laat mijn arm los!
Er streckte seinen rechten Arm aus.
Hij stak zijn rechterarm uit.
Was ist, wenn ich arm bin?
Wat, als ik arm ben?
Lincolns Eltern waren ihr Leben lang arm.
Lincoln's ouders bleven hun hele leven arm.
Ich schäme mich nicht, arm zu sein.
Ik schaam me er niet voor dat ik arm ben.
Nehmen Sie die Katze nicht auf den Arm.
Pak die kat niet op.
Joan brach sich bei dem Unfall den linken Arm.
Joan brak haar linkerarm in het ongeluk.