Vertaling van Armut

Inhoud:

Duits
Nederlands
Armut [v] (die ~) {zn.}
armoede  [v]
gebrek  [o]
Sie leben in Armut.
Ze leven in armoede.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Sie leben in Armut.

Ze leven in armoede.

Ungeachtet seiner Armut war er glücklich.

Hoewel hij arm was, was hij gelukkig.