Vertaling van Ausflucht

Inhoud:

Duits

Nederlands

Ausflucht [v] (die ~) {zn.}

uitweg [m]
uitvlucht

Ausflucht [v] (die ~), Umschweif [m] (der ~), Vorwand [m] (der ~) {zn.}

pretext
smoes
voorwendsel
dekmantel [m]

Ausflucht [v] (die ~), Ausrede [v] (die ~), Ausweg [m] (der ~), Flause [v] (die ~), Umschweif [m] (der ~) {zn.}

toevlucht
smoesje [o]
smoes
draaierij [v]