Vertaling van Aussteigen

Inhoud:

Duits
Nederlands
aussteigen {ww.}
uitstappen

ich werde aussteigen
du wirst aussteigen
er/sie/es wird aussteigen

ik zal uitstappen
jij zult uitstappen
hij/zij/het zal uitstappen
» meer vervoegingen van uitstappen

aussteigen {ww.}
uitstappen

ich werde aussteigen
du wirst aussteigen
er/sie/es wird aussteigen

ik zal uitstappen
jij zult uitstappen
hij/zij/het zal uitstappen
» meer vervoegingen van uitstappen

Herabgehen, Hinuntergehen, Hinabgehen, Herabsteigen, Hinuntersteigen [o] (das ~), Hinabsteigen, Herabfahren, Hinunterfahren, Hinabfahren, Herabfliegen, Hinunterfliegen, Hinabfliegen, Aussteigen, Absteigen [o] (das ~), Abfahrt [v] (die ~), Talfahrt [v] (die ~), Sinken [o] (das ~), Abfall [m] (der ~), Fallen {zn.}
afdaling [v]