Vertaling van Büro

Inhoud:

Duits

Nederlands

Büro [o] (das ~) {zn.}

bureau

Büro [o] (das ~), Kontor [o] (das ~) {zn.}

kantoor [o]

Bis morgen im Büro.

Tot morgen op kantoor.

Die Möbel in diesem Büro sind wirklich modern.

De meubels in dit kantoor zijn zeer modern.

Amt [o] (das ~), Büro [o] (das ~) {zn.}

kantoor [o]
bureel [o]
bureau [o]

Es ist gegen die Regeln, im Büro zu rauchen.

Het is tegen de regels op kantoor te roken.

Tom kam in mein Büro, um mich um Geld zu bitten.

Tom kwam naar mijn kantoor om me om geld te vragen.

schreibtisch [m] (der ~), büro [o] (das ~) {zn.}

bureau [o]
schrijftafel
schrijfbureau

Er bemerkte einen Brief auf dem Schreibtisch.

Hij bemerkte een brief op de schrijftafel.

Wie viele Kulis liegen auf dem Schreibtisch?

Hoeveel pennen liggen er op de schrijftafel?