Vertaling van Bürste
Inhoud:
Duits
Nederlands
Bürste {zn.}
borstel
bürsten, ausbürsten, abbürsten, aufbürsten {ww.}
schuieren
borstelen
borstelen
ich bürste
ik schuier
» meer vervoegingen van schuieren
ich bürste
ik schuier
» meer vervoegingen van schuieren