Vertaling van Bart
Inhoud:
Duits
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Er trägt einen Bart.
Hij heeft een baard.
Hast du schon einen Bart?
Heb je al een baard?
Mama, warum habe ich keinen Onkel mit einem Bart?
Mama, waarom heb ik geen oom met een baard?