Vertaling van Bedarf

Inhoud:

Duits
Nederlands
Bedarf [m] (der ~), Bedürfnis [o] (das ~), Erfordernis [o] (das ~), Benötiges, Bedarfsartikel, Bedarfsgegenstand {zn.}
nood
behoefte  [v]
benötigen, brauchen, nötig haben, bedürfen, müssen {ww.}
nodig hebben
hoeven 
toe zijn aan
behoeven 

ich bedarf
er/sie/es bedarf

ik hoef
hij/zij/het hoeft
» meer vervoegingen van hoeven

Ich werde Ihre Hilfe benötigen.
Ik zal je hulp nodig hebben.
Sie werden eine provisorische Brücke brauchen.
Je zal een tijdelijke brug nodig hebben.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Meine Uhr bedarf der Reparatur.

Mijn horloge moet gerepareerd worden.

Mein Fahrrad bedarf einer Reparatur.

Mijn fiets moet gerepareerd worden.