Vertaling van Blüte
Inhoud:
Duits
Nederlands
Blüte , Blühen {zn.}
bloei
Die Rosen im Garten blühen.
De rozen in de tuin staan in bloei.
Bienen fliegen von Blume zu Blume.
Bijen vliegen van bloem tot bloem.
Diese Blume riecht süß.
Deze bloem ruikt lekker.
ich blute
ik bloed
» meer vervoegingen van bloeden
Sein verwundetes Bein begann erneut zu bluten.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.
ich blute
ik bloed
» meer vervoegingen van bloeden