Vertaling van Blick

Inhoud:

Duits
Nederlands
Blick [m] (der ~), Einsicht [v] (die ~) {zn.}
blik  [m]
kijk
aanblik  [m]
Er hatte einen hungrigen Blick.
Hij had een hongerige blik.
„Nun“, seufzte Dima, drehte sich zur Ladenbesitzerin um und bedachte sie mit einem mörderischen Blick, „dann habe ich wohl jetzt keine andere Wahl ...“
"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."
Blick [m] (der ~) {zn.}
blik  [m]
anblicken, ansehen, blicken, schauen, zuschauen, zusehen, anschauen {ww.}
kijken 
toezien
toekijken
schouwen
kijken naar
bekijken 
blikken
Ich würde gern Fernsehen schauen.
Ik zou graag tv kijken.
Ich werde mir jetzt die Fernsehnachrichten ansehen.
Nu ga ik naar het nieuws kijken op TV.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Er hatte einen hungrigen Blick.

Hij had een hongerige blik.

Moderne Bildhauerei blick ich einfach nicht.

Ik kan maar geen vat krijgen op moderne sculptuur.

Es war Liebe auf den ersten Blick.

Het was liefde op het eerste gezicht.

Manche Träume geben einen flüchtigen Blick auf die Zukunft.

Sommige dromen zijn een glimp van de toekomst.

Er hat sich auf den ersten Blick in sie verliebt.

Voor hem was het liefde op het eerste gezicht.

„Nun“, seufzte Dima, drehte sich zur Ladenbesitzerin um und bedachte sie mit einem mörderischen Blick, „dann habe ich wohl jetzt keine andere Wahl ...“

"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."


Gerelateerd aan Blick

Einsicht - anblicken - ansehen - blicken - schauen - zuschauen - zusehen - anschauen