Vertaling van Bord

Inhoud:

Duits
Nederlands
Bord [o] (das ~), Gestade [o] (das ~), Küste [v] (die ~), Strand [m] (der ~), Ufer [o] (das ~), Rand [m] (der ~) {zn.}
kant  [m]
boord  [m]
waterkant  [m]
wal  [m]
oever  [m]
kust  [v]
In welcher Richtung liegt der Strand?
Welke kant is het strand op?
Ist ein Arzt an Bord?
Is er een arts aan boord?


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ist ein Arzt an Bord?

Is er een arts aan boord?

Er fiel über Bord und ertrank.

Hij viel overboord en verdronk.


Gerelateerd aan Bord

Gestade - Küste - Strand - Ufer - Rand