Vertaling van Brille

Inhoud:

Duits
Nederlands
Augengläser, Brille {eigenn.}
bril  [m]


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Er braucht eine Brille.

Hij heeft een bril nodig.

Wo ist meine Brille?

Waar is mijn bril?

Ich kann ohne Brille lesen.

Ik kan lezen zonder bril.

Der Junge trägt eine Brille.

Het jongetje draagt een bril.

Herr Brown sucht seine Brille.

Meneer Brown is op zoek naar zijn bril.

Diese Brille passt mir nicht gut. Sie ist zu groß.

Deze brillen passen me niet goed, ze zijn te groot.


Gerelateerd aan Brille

Augengläser