Vertaling van Dach

Inhoud:

Duits
Nederlands
Dach [o] (das ~) {zn.}
dak  [o]
kap
overkapping [v]
Das Dach leckt.
Het dak is lek.
Das Dach meines Hauses ist rot.
Het dak van mijn huis is rood.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Das Dach leckt.

Het dak is lek.

Immer wenn es regnet, leckt das Dach.

Iedere keer als het regent, lekt het dak.

Das Dach meines Hauses ist rot.

Het dak van mijn huis is rood.