Vertaling van Drang

Inhoud:

Duits
Nederlands
Drang [m] (der ~), heißer Wunsch, glühendes Verlangen {zn.}
zucht [v]
hunkering [v]
Drang [m] (der ~), Druck [m] (der ~), Drücken [o] (das ~), Pressen {zn.}
knel [v]
druk [m]
pressie [v]
drang  [m]
dringen {ww.}
dringen

ich drang
er/sie/es drang

ik drong
hij/zij/het drong
» meer vervoegingen van dringen

aufdrängen, aufnötigen, dringen, aufdringen {ww.}
opdringen
forceren

ich drang
er/sie/es drang

ik drong op
hij/zij/het drong op
» meer vervoegingen van opdringen

dringen, rücken, stoßen, treiben {ww.}
stoten
dringen
duwen
douwen

ich drang
er/sie/es drang

ik stiet
hij/zij/het stiet
» meer vervoegingen van stoten