Vertaling van Dunkelheit

Inhoud:

Duits
Nederlands
Dunkelheit [v] (die ~), Finsternis [v] (die ~) {zn.}
somberheid [v]
Dunkelheit [v] (die ~), Finsternis [v] (die ~), Dunkel [o] (das ~) {zn.}
donker  [o]
duister [o]
duisterheid
donkerte
obscuriteit
duisternis  [v]
Es wird draußen dunkel.
Het wordt donker buiten.
Es ist sehr dunkel.
Het is heel donker.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Kinder haben manchmal Angst vor der Dunkelheit.

Kinderen zijn soms bang van het donker.

Normalerweise fliegen Fledermäuse in der Dunkelheit.

Gewoonlijk vliegen vleermuizen in het duister.

Ich habe Angst vor der Dunkelheit.

Ik ben bang voor het donker.

Jemand rief meinen Namen in der Dunkelheit.

Iemand riep mijn naam in het duister.

Die Bergsteiger erreichten den Gipfel vor Einbruch der Dunkelheit.

De bergbeklimmers bereikten de top voor het donker werd.


Gerelateerd aan Dunkelheit

Finsternis - Dunkel