Achtung [v] (die ~), Ehrfurcht [v] (die ~), Respekt [m] (der ~) {zn.} respect
egards
ontzag
eerbied [m]
Sie hat großen Respekt vor ihrem Lehrer.
Ze heeft veel respect voor haar leraar.
Seine mutige Tat brachte ihm Respekt ein.
Zijn dappere daad leverde hem respect op.