Vertaling van Elend

Inhoud:

Duits
Nederlands
Elend [o] (das ~), Not [v] (die ~) {zn.}
nood
misère
schamelheid [v]
narigheid [v]
ellende [v]
armoe [v]
elend, erbärmlich, jämmerlich {bn.}
belabberd
ellendig 
miserabel
schamel
schunnig
stumperig


Gerelateerd aan Elend

Not - elend - erbärmlich - jämmerlich