Vertaling van Existenz

Inhoud:

Duits

Nederlands

Existenz [v] (die ~) {zn.}

wezen [o]
zijn

Existenz [v] (die ~), Dasein [o] (das ~), Bestehen, Vorhandensein [o] (das ~) {zn.}

bestaan [o]
aanzijn [o]

Glauben Sie an die Existenz Gottes?

Geloof je in het bestaan van God?

Sie versucht die Existenz von Geistern zu beweisen.

Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.

Bestehen, Dasein [o] (das ~), Existenz [v] (die ~) {zn.}

bestaan [o]
existentie
zijn

Manchmal frage ich mich, ob diese Welt nicht nur in jemandes Kopf vorhanden ist, der uns alle in die Existenz träumt. Vielleicht bin ich es sogar.

Soms vraag ik me af of deze wereld er alleen in iemands hoofd is, en hij ons allemaal tot bestaan droomt. Misschien ben ik het zelfs wel.