Vertaling van Floh

Inhoud:

Duits
Nederlands
Floh [m] (der ~) {zn.}
vlo  [v]
entkommen, entrinnen, entwischen, entfliehen, fliehen, entgehen, ausweichen {ww.}
ontsnappen
ontkomen
ontgaan

ich floh
er/sie/es floh

ik ontsnapte
hij/zij/het ontsnapte
» meer vervoegingen van ontsnappen

Er konnte entkommen.
Hij slaagde erin om te ontsnappen.


Gerelateerd aan Floh

entkommen - entrinnen - entwischen - entfliehen - fliehen - entgehen - ausweichen