Vertaling van Fluch
Inhoud:
Duits
Nederlands
Es ist ein Fluch.
Het is een vloek.
Es ist ein Fluch.
Het is een vloek.
lästern, fluchen, beschimpfen, verhöhnen {ww.}
blasfemeren
godslasteren
ketteren
vloeken
godlasteren
godslasteren
ketteren
vloeken
godlasteren
verfluchen, verwünschen, verdammen, fluchen {ww.}
vervloeken
verwensen
vermaledijen
verwensen
vermaledijen
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Es ist ein Fluch.
Het is een vloek.
Es ist ein Fluch.
Het is een vloek.