Vertaling van Forst

Inhoud:

Duits
Nederlands
Forst [m] (der ~), Forstung, Kulturwald, Nutzwald {zn.}
aangelegd bos
bos  [o]
Forst [m] (der ~), Wald [m] (der ~) {zn.}
bos  [o]
foreest
woud  [o]
Im Wald leben wilde Tiere.
In het bos leven wilde dieren.
Du siehst den Wald vor lauter Bäumen nicht.
Je kan door de bomen het bos niet zien.


Gerelateerd aan Forst

Forstung - Kulturwald - Nutzwald - Wald