Vertaling van Frühstück

Inhoud:

Duits
Nederlands
Frühstück [o] (das ~) {zn.}
ontbijt [o]
Das Frühstück ist fertig.
Het ontbijt is klaar.
Ist das Frühstück fertig?
Is het ontbijt klaar?
frühstücken {ww.}
ontbijten 
Wir frühstücken um sieben Uhr.
We ontbijten om zeven uur.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Das Frühstück ist fertig.

Het ontbijt is klaar.

Ist das Frühstück fertig?

Is het ontbijt klaar?

Ich habe das Frühstück ausgelassen.

Ik heb het onbijt overgeslagen.

Was wünschen Sie zum Frühstück?

Wat wilt u voor het ontbijt?

Ich habe vor dem Frühstück geduscht.

Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.

Wir haben Eierkuchen zum Frühstück gemacht.

Wij maakten pannenkoeken voor het ontbijt.

Trinkt ihr üblicherweise Tee zum Frühstück?

Heb je gewoonlijk thee voor het ontbijt?

Iris, was isst du normalerweise zum Frühstück?

Iris, wat eet je meestal voor het ontbijt?

Wir haben Sandwiches zum Frühstück gegessen.

We aten sandwichen als ontbijt.

Brot und Butter sind mein übliches Frühstück.

Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.

Meine Mutter bereitet das Frühstück zu.

Mijn moeder maakt het ontbijt klaar.

Brot und Butter sind mein übliches Frühstück.

Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.

Nach dem Frühstück putze ich mir die Zähne.

Ik poets mijn tanden na het ontbijt.

Ich mag keinen Tee, normalerweise nehme ich Kaffee zum Frühstück.

Ik hou niet van thee, normaal neem ik koffie bij het ontbijt.


Gerelateerd aan Frühstück

synoniemen

frühstücken