Vertaling van Gebiet
Inhoud:
Duits
Nederlands
Amtsbezirk , Bezirk , Distrikt , Gau , Gebiet {zn.}
district
gouw
arrondissement
gouw
arrondissement
Er kennt die Gegend wie seine Westentasche.
Hij kent de streek op zijn duimpje.
Jedes Mal, wenn er entkam, kehrte er in diese Region zurück
Iedere keer dat hij ontsnapte keerde hij terug naar dit gebied.
befehlen, befehligen, gebieten, kommandieren {ww.}
het bevel voeren
bevelen
commanderen
aanvoeren
bevelen
commanderen
aanvoeren