Vertaling van Gebrauch

Inhoud:

Duits
Nederlands
Angewohnheit [v] (die ~), Brauch [m] (der ~), Gebrauch [m] (der ~), Gepflogenheit [v] (die ~), Gewohnheit [v] (die ~), Usus [m] (der ~) {zn.}
gebruik [o]
usance
gewoonte 
Jeder sollte von seinem Wahlrecht Gebrauch machen.
Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.
Benutzung [v] (die ~), Gebrauch [m] (der ~) {zn.}
gebruik [o]
genot 
Benutzung [v] (die ~), Gebrauch [m] (der ~) {zn.}
gebruik [o]
aanwending [v]
anwenden, benutzen, brauchen, gebrauchen, verwenden, verwerten {ww.}
gebruiken 
benutten 
aanwenden 
Kann ich dein Telefon benutzen?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Du kannst meine Yacht benutzen.
Je mag mijn jacht gebruiken.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Jeder sollte von seinem Wahlrecht Gebrauch machen.

Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.

Dieser alte Tisch ist immer noch in Gebrauch.

Deze oude tafel wordt nog steeds gebruikt.

Nach einigen Jahren kam anstelle von "Die internationale Sprache des Dr. Esperanto" die kurz Bezeichnung "Esperanto" in Gebrauch. An diesem Tag begehen wir daher überall auf der Welt das 125-jährige Jubiläum des Esperanto.

Enkele jaren later werd in plaats van "De Internationale Taal van doctor Esperanto" gewoonlijk de korte naam "Esperanto" gebruikt. Op deze dag vieren we dus in de hele wereld de 125-ste verjaardag van Esperanto.