Vertaling van Gewinn
Inhoud:
Duits
Nederlands
Ertrag , Gewinn , Interesse , Nutzen , Überschuß , Verdienst , Vorteil {zn.}
Beim Basketball sind große Spieler im Vorteil.
Lange spelers hebben een voordeel in basketbal.
Es ist von Vorteil, Computer bedienen zu können.
Het is een voordeel een computer de kunnen gebruiken.
zum Anhänger machen, werben, anwerben, gewinnen {ww.}
inwijden
Welche Mannschaft wird gewinnen?
Welk team zal winnen?
Er hat nur ein Lebensziel: Geld verdienen.
Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
zurückgewinnen {ww.}
inhalen
herwinnen
herwinnen