Vertaling van Glas
Voorbeelden in zinsverband
Ein Glas Wasser, bitte!
Mag ik alstublieft een glas water?
Bierflaschen sind aus Glas.
Bierflesjes zijn van glas.
Ein Glas Wasser, bitte!
Kan ik een glas water krijgen alstublieft?
Er leerte sein Glas.
Hij leegde zijn glas.
Ich möchte ein Glas Wasser.
Ik wil graag een glaasje water.
Ich möchte ein Glas Wasser.
Ik zou wel een glas water willen.
Er trank ein Glas Rotwein.
Hij dronk een glas rode wijn.
Im Glas ist wenig Milch.
Er is weinig melk in het glas.
Glas wird aus Sand hergestellt.
Glas wordt gemaakt van zand.
Lass das Glas nicht fallen.
Laat dat glas niet vallen.
Wie wäre es mit einem Glas Bier?
Wat dacht je van een pint?
Sie füllte das Glas mit Wein.
Ze vulde het glas met wijn.
Er füllte das Glas mit Wein.
Hij vulde het glas met wijn.
Tom schenkte sich ein Glas Scotch ein.
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Ich hätte gern ein Glas Wasser.
Mag ik alstublieft een glas water?