Vertaling van Grab
Inhoud:
Duits
Nederlands
vergraben, eingraben {ww.}
begraven
inkuilen
kuilen
ingraven
inkuilen
kuilen
ingraven
Der Hund hatte eilig seinen Knochen im Garten vergraben.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
ausgraben {ww.}
rooien
opgraven
opgraven
graben, wühlen, umgraben, bauen, abteufen, niederbringen, ausheben, ausschachten, herumkramen, herumwühlen {ww.}
spitten
woelen
graven
woelen
graven
durchgraben, durchstechen, durchwühlen {ww.}
omwoelen
omspitten
omspitten