Vertaling van Haare
Voorbeelden in zinsverband
Maria hat lange Haare.
Maria heeft lang haar.
Sie hat trockene Haare.
Zij heeft droog haar.
Ich mag kurze Haare.
Kort haar vind ik leuk.
Ich muss meine Haare zurechtmachen.
Ik moet mijn haar opmaken.
Sie haben braune Haut und schwarze Haare.
Ze hebben bruine huid en zwart haar.
Meine Haare sind länger als Janes.
Mijn haar is langer dan dat van Jane.
Kämme deine Haare bevor du ausgehst.
Kam uw haar voordat ge buiten gaat.
Er hat sich die Haare kurz schneiden lassen.
Hij liet zijn haar kort knippen.
Er lässt sich einmal im Monat die Haare schneiden.
Hij knipt zijn haar eens per maand.
Meine Mutter hat mir die Haare zu kurz geschnitten.
Mijn moeder heeft mijn haar te kort geknipt.
Ich wasche mir des Morgens nicht die Haare.
's Morgens was ik mijn haar niet met shampoo.
Er lässt sich einmal im Monat die Haare schneiden.
Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
Er liebt ihre Haare, ihr Lächeln, ihre Augen? Wow, er ist verdammt gut im Lügen erzählen!
Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!